Eerst het waarom in onze parochie:

In het bedrijfsleven kent men vertrouwenspersonen als er meer dan 6 werknemers zijn. Dat staat in de ARBO-wetgeving. Onze parochie heeft veel minder dan 6 werknemers, daarmee is het hebben van een vertrouwenspersoon geen wettelijke verplichting. Het bestuur acht het echter van essentieel belang om toch een vertrouwenspersoon aan te stellen. De parochie heeft naast een pastoor in vast dienstverband ook een aantal vrijwilligers in diverse werkzaamheden; jong en oud. De laatsten zijn onbezoldigde krachten, en zeker van levensbelang voor de parochie. Daarmee zijn deze mensen in de ogen van het kerkbestuur ook (weliswaar onbezoldigde) werknemers. De werkgever is verantwoordelijk voor de verstandhouding van het personeel en de vrijwilligers naar die werkgever, maar ook onderling. Ook kerkgangers/regelmatige bezoekers kunnen een vertrouwenspersoon inschakelen als er sprake is van ongewenst gedrag.

Om welk gedrag gaat het?

De wet noemt 4 items welke daarmee te maken hebben, te weten:

agressie en geweld

Agressie kan in fysieke/lichamelijke zin zijn, maar ook psychisch. Slaan, schoppen bijten etc. zijn lichamelijk. Uitsluiten, minachten, onder druk zetten, uitschelden zijn voorbeelden van psychisch geweld, zeker als dat regelmatig gebeurt. In een arbeidsverhouding werkgever-werknemer/chef-ondergeschikte valt daar ook het onthouden van positieverbetering onder. Werkomstandigheden als: werkdruk, werktijden, werkhouding, veiligheid en werkplek zijn factoren die van invloed zijn op de arbeidsomstandigheden. Deze factoren kunnen zowel fysieke als psychische invloed hebben op werknemers.

seksuele intimidatie/ongewenste intimiteiten

Bij (seksuele) intimidatie kunnen de persoonlijke omstandigheden, zoals de leeftijd van de geïntimideerde, eerdere ervaringen, de mate waarin iemand er met anderen over kan praten, de opvoeding en de cultuur, een grote rol spelen. De beleving van het slachtoffer, is daarbij in hoge mate bepalend .

Onder intimidatie verstaan wij het gedrag van een ander proberen te beïnvloeden door hem of haar angst aan te jagen. Ook hier kan het gaan om zowel non-verbaal, verbaal als fysiek gedrag. Er is bij intimidatie bijna altijd sprake van verschil in perceptie van dader en slachtoffer ten aanzien van het gedrag in kwestie. Bij intimidatie beschrijven slachtoffers geregeld gevoelens van onrechtvaardigheid, machteloosheid en schaamte. Het maakt niet uit of dat onlangs of langere tijd geleden is gebeurd.

pesten

Respectloze grappen of opmerkingen waarbij het respect voor het slachtoffer volledig ontbreekt, vallen onder pesten. Maar ook fysiek pesten. Telkens aanstoten, laten struikelen, stoel wegtrekken enz. Daarbij kan het slachtoffer zich bedreigd voelen en/of in zijn veiligheid aangetast. Het beoordelen of er sprake is van pesten is lastig. De ene situatie, context of grap wordt door het ene slachtoffer als een onschuldige grap beleefd. Een ander kan dit ervaren als venijnig pesten. De gevolgen van pesten kunnen verstrekkend zijn. Iemand kan vrijwel direct last krijgen van psychosomatische klachten als hoofdpijn, buikpijn en slapeloosheid. Uiteindelijk kan langdurig en systematisch pesten leiden tot posttraumatisch stresssyndroom en arbeidsongeschiktheid. Voor een organisatie heeft pesten negatieve gevolgen. Naast het uitvallen van een werknemer (vrijwilliger) leidt pesten tot een slechte werksfeer. Daardoor daalt de productiviteit en stijgt het ziekteverzuim. Werknemers of vrijwilligers zullen sneller geneigd zijn op zoek te gaan naar een nieuwe baan en hierdoor stijgt het verloop in de onderneming/parochie.

discriminatie

Een opsomming van discriminatiegronden:
Leeftijd, afkomst, handicap of ziekte, geslacht, godsdienst, nationaliteit, geaardheid, seksuele voorkeur. Wie zich gediscrimineerd voelt, kan dit bij een vertrouwenspersoon aangeven. In veel van de discriminatiezaken is daadwerkelijk sprake van ongelijke behandeling.
Al deze gedragingen hebben nadelige effecten en tonen aan dat een goed beleid tegen psychosociale (arbeids-)belasting onmisbaar is.

De taken van een vertrouwenspersoon bestaan onder andere uit:

  • Zorg leveren en eerste opvang van klagers die zijn lastiggevallen en die hulp en advies nodig hebben.
  • Het nagaan of een oplossing in de informele sfeer mogelijk is.
  • Het slachtoffer informeren over andere oplossingsmogelijkheden, zoals klachtenprocedures.
  • Het verder begeleiden, als de klager de zaak aan de orde wil stellen bij een klachtencommissie of leiding van de kerk.
  • Het doorverwijzen naar andere hulpverlenende instanties.
  • Het geven van voorlichting over de aanpak van ongewenst gedrag.
  • Het adviseren en ondersteunen van groepen bij het voorkomen van ongewenst gedrag.
  • Het registreren van gevallen van ongewenst gedrag, waarbij de anonimiteit wordt gewaarborgd.

Enkele belangrijke punten.

Degene die in opleiding zijn tot priester of diaken, degene die een opleiding tot pastorale bediening volgt, degene die een zending, aanstelling of benoeming van de bisschop heeft als priester, diaken, pater, broeder, vallen onder de kerkelijke gedragscode.

Een vertrouwenspersoon gaat altijd vertrouwelijk om met de informatie van werknemers/ vrijwilligers. Er is een geheimhoudingsplicht. Dat geldt voor hen ook naar de kerkleiding, tenzij met toestemming van de klager.

Als de werknemer/vrijwilliger verdere stappen wenst dan gesprekken met de vertrouwenspersoon van de parochie, kan worden doorverwezen of begeleid naar de vertrouwenspersoon van het bisdom Den Bosch en indien gewenst naar het landelijk R.K. meldpunt grensoverschrijdend gedrag voor kerkelijke bedienaren en vrijwilligers in de kerk.

Er is bewust gekozen voor een man en een vrouw als vertrouwenspersoon, zodat iemand met een klacht kan kiezen, waar hij/zij zich prettig bij voelt. Er is om die reden ook gekozen voor twee personen uit twee verschillende plaatsen in de parochie.
De bereikbaarheid via de email vertrouwenspersoon@emmausparochie.nl is rechtstreeks naar beide vertrouwenspersonen. U kunt in uw mail aangeven met wie u contact wenst zonder opgaaf van reden. De betrokken vertrouwenspersoon neemt dan contact op met de aanvrager/ster.
Het telefoonnummer van de respectievelijke vertrouwenspersonen is te bevragen bij het secretariaat.

De benoeming van een vertrouwenspersoon is voor de duur van maximaal vier jaar en kan één maal met vier jaar worden verlengd.