Vastenactie 2023
Mensen onderweg
Awut en Ajak, Zuid-Soedan:
‘Samen overleven is gemakkelijker dan alleen’
Awut en Ajak kenden elkaar niet toen ze hun huizen en echtgenoten verloren in de gewelddadige burgeroorlog van Zuid-Soedan. Ver van de dorpen waar ze vroeger woonden, werken ze nu hard om iets nieuws op te bouwen.
Toen de man van Awut in de oorlog was gedood, vluchtte ze met acht kinderen, weg van het geweld. Een barre tocht door de bush bracht hen naar het stadje Malek aan de Witte Nijl. Ze werd daar met open armen ontvangen en kreeg een eigen stuk land. Awut praat niet graag over deze tijd. ‘Het was vreselijk om te moeten vluchten,’ vertelt ze. ‘Dagenlang zaten we onderweg zonder eten en drinken.’
Awut en de kinderen kwam bang en hongerig aan in Malek. Zonder thuis, geld of eten. Maar ze werden met open armen ontvangen. Veel hadden de mensen in Malek echter niet te delen, toen Awut en haar familie aankwamen. ‘We leefden van wilde vruchten,’ herinnert Awut zich die moeilijke periode. ‘Toen kwam de lokale partner van Vastenactie, die bood hulp en dat veranderde ons leven. De bewoners van Malek gaven me een stuk land en van de hulporganisatie kregen we zaden. Nu plant ik mijn eigen gewassen. Met hard werken kan ik mijn familie onderhouden. Sterker nog: we kunnen wat sparen en we lenen inmiddels zelf geld uit aan de gemeenschap.’
Al snel kon Awut de steun en liefde die ze zelf kreeg, doorgeven aan anderen. Zoals aan Ajak, die met zeven kinderen terugkeerde naar haar geboortedorp Malek, omdat haar man in de oorlog ernstig gewond was geraakt. Hij overleed uiteindelijk aan zijn verwondingen. ‘Awut verwelkomde ons en gaf ons een plek vlak naast die van haar,’ vertelt Ajak. ‘Vanaf de eerste dag zorgde zij dat we genoeg te eten hadden. Zelf had ik helemaal niets, totdat zij ons hielp.’
Toeval bracht de twee vrouwen bij elkaar en nu zijn ze goede vriendinnen. ‘Ik ben haar dankbaar,’ zegt Ajak. ‘Ze heeft me erdoorheen gesleept toen mijn man erg ziek was en ik niets meer had. Ze gaf me een slaapplaats en zorgde voor mijn familie tot ik dat zelf weer kon.
Nu zitten we vaak samen en praten we over het leven. Als zij het moeilijk heeft, kan ik haar opvrolijken. En andersom. Ze is een heel goede vriendin geworden: we helpen elkaar.’ Awut knikt instemmend. ‘We delen alles,’ zegt ze. ‘En Ajak en ik doen ook alles met z’n tweeën. Doordat we samen ons land bewerken, kunnen we allebei voor onze familie zorgen. En we houden de kinderen hier veilig bij elkaar.’ ‘Als vluchteling is het slim om de handen ineen te slaan,’ vindt Ajak. ‘Samen overleven is makkelijker dan alleen. En het allerbelangrijkste: bewaar de vrede. Laten we als één volk in één wereld samenleven!’